Mount Fuji
15 Jul 2006
Wanneer je in Japan bent, moet je natuurlijk Mount Fuji beklommen hebben. Aangezien het officiële klimseizoen maar twee maanden per jaar is (juli en augustus), was het dus zaak om hier eens snel actie in te ondernemen. Midden juli hadden we een lang weekend, dus dat was een perfecte timing voor deze onderneming. We hadden besloten om de tocht te onderbreken met een paar uurtjes slapen op zo’n 3000 meter, i.p.v. meteen naar de top te lopen. De berg is 3675 meter hoog en is verdeeld in 9 stations. Op ieder station vindt je berghutten waar je wat kunt eten en slapen.

De wandeling begon op het 5e station, bij Fuji Five Lake. Je bent dan op 2300 meter. De busreis naar dit station duurt nornaal 2 uur, maar i.v.m. files zaten we bijna 4 uur in de bus. Onderweg regende het heel erg hard, dus dat beloofde niet veel goeds. Toen we bij het 5e station aangekomen waren, was de zon doorgebroken, het waaide wel flink, maar we hadden goede moed.

In het begin is het pad lekker breed, en het was niet al te druk en het was makkelijk om langzamere lopers in te halen. Na een uur of twee begonnen zich donkere wolken samen te pakken en in een mum van tijd kwam de regen met bakken uit de hemel. De wind was erg sterk en soms was je blij dat je overeind bleef, laat staan een pas vooruit doen. Lenette liep af en toe te hijgen als een oud paard, deels van de ijlere lucht, maar het effect van jaren roken zal ook meegespeeld hebben.


Genieten van het uitzicht was maar af en toe mogelijk en dat was natuurlijk wel erg jammer. We hadden een slaapplaats op het 8e station. Het is lopende band werk in zo’n berghut. Het slapen doe je zij aan zij met je medewandelaars. Ze hebben grote stapelbedden gebouwd, van 2x6 meter. Je ligt dan met zo’n 10 wandelaars naast elkaar in één bed. Soms om-en-om, zodat je de “gezellig” tegen de voeten van je buurman aan kijkt. Maar daar heb je niet lang last van, de inspanning om hier te komen was groot genoeg om ervoor te zorgen dat je snel in slaap valt. Die slaap duurt helaas niet lang, want in ploegen binnenkomen betekent ook in ploegen vertrekken. Toen we eenmaal onze draai in bed hadden gevonden (voor zover dat mogelijk was), begonnen andere wandelaars zich al klaar te maken om weer te vertrekken.

Om half 2 ’s nachts was het onze beurt om verder te gaan. Dat hadden meer mensen bedacht en het was een drukte van jewelste. Dat was wel jammer, want nu was het pad een stuk smaller en inhalen was niet meer mogelijk. Het was zo druk dat je twee stappen kon verzetten en daarna weer moest wachten. Het weer was ook nog steeds slecht, veel regen en wind. Het plan was om op de top de zon te zien opkomen, maar daar is dus niks van gekomen. Onderweg hebben we heel even kunnen genieten van de opkomende zon, maar toen sloten de wolken zich weer.


Gelukkig waren er ook berghutten op de top van Mount Fuji. Door het langzame lopen was Lenette zo afgekoeld, dat het wel een uur duurde voor ze weer een beetje op temperatuur was gekomen.

Daarna zijn we aan de terugreis begonnen. Eerst een stuk langs de kraterrand gelopen, want we hadden besloten om de andere kant van de berg terug te gaan. Dat bleek niet zo’n fijne route te zijn. In het begin liep het heerlijk door, er zijn maar een paar mensen die deze route lopen en het pad was fijn om te belopen. Na een uur of zo begon de ellende. Het pad veranderde in een grote grintbak. Daar zakte je dan tot je enkels in, waardoor je schoenen volliepen met steentjes. Lenette had last van haar knie, en iedere keer je been uit de grintbak tillen is niet zo fijn voor je knieën. Over de laatste twee kilometer hebben we twee uur gedaan, pfff, dat was minder.


Maar, al met al een geweldige ervaring. We hebben Mount Fuji beklommen!

De wandeling begon op het 5e station, bij Fuji Five Lake. Je bent dan op 2300 meter. De busreis naar dit station duurt nornaal 2 uur, maar i.v.m. files zaten we bijna 4 uur in de bus. Onderweg regende het heel erg hard, dus dat beloofde niet veel goeds. Toen we bij het 5e station aangekomen waren, was de zon doorgebroken, het waaide wel flink, maar we hadden goede moed.

In het begin is het pad lekker breed, en het was niet al te druk en het was makkelijk om langzamere lopers in te halen. Na een uur of twee begonnen zich donkere wolken samen te pakken en in een mum van tijd kwam de regen met bakken uit de hemel. De wind was erg sterk en soms was je blij dat je overeind bleef, laat staan een pas vooruit doen. Lenette liep af en toe te hijgen als een oud paard, deels van de ijlere lucht, maar het effect van jaren roken zal ook meegespeeld hebben.


Genieten van het uitzicht was maar af en toe mogelijk en dat was natuurlijk wel erg jammer. We hadden een slaapplaats op het 8e station. Het is lopende band werk in zo’n berghut. Het slapen doe je zij aan zij met je medewandelaars. Ze hebben grote stapelbedden gebouwd, van 2x6 meter. Je ligt dan met zo’n 10 wandelaars naast elkaar in één bed. Soms om-en-om, zodat je de “gezellig” tegen de voeten van je buurman aan kijkt. Maar daar heb je niet lang last van, de inspanning om hier te komen was groot genoeg om ervoor te zorgen dat je snel in slaap valt. Die slaap duurt helaas niet lang, want in ploegen binnenkomen betekent ook in ploegen vertrekken. Toen we eenmaal onze draai in bed hadden gevonden (voor zover dat mogelijk was), begonnen andere wandelaars zich al klaar te maken om weer te vertrekken.

Om half 2 ’s nachts was het onze beurt om verder te gaan. Dat hadden meer mensen bedacht en het was een drukte van jewelste. Dat was wel jammer, want nu was het pad een stuk smaller en inhalen was niet meer mogelijk. Het was zo druk dat je twee stappen kon verzetten en daarna weer moest wachten. Het weer was ook nog steeds slecht, veel regen en wind. Het plan was om op de top de zon te zien opkomen, maar daar is dus niks van gekomen. Onderweg hebben we heel even kunnen genieten van de opkomende zon, maar toen sloten de wolken zich weer.


Gelukkig waren er ook berghutten op de top van Mount Fuji. Door het langzame lopen was Lenette zo afgekoeld, dat het wel een uur duurde voor ze weer een beetje op temperatuur was gekomen.

Daarna zijn we aan de terugreis begonnen. Eerst een stuk langs de kraterrand gelopen, want we hadden besloten om de andere kant van de berg terug te gaan. Dat bleek niet zo’n fijne route te zijn. In het begin liep het heerlijk door, er zijn maar een paar mensen die deze route lopen en het pad was fijn om te belopen. Na een uur of zo begon de ellende. Het pad veranderde in een grote grintbak. Daar zakte je dan tot je enkels in, waardoor je schoenen volliepen met steentjes. Lenette had last van haar knie, en iedere keer je been uit de grintbak tillen is niet zo fijn voor je knieën. Over de laatste twee kilometer hebben we twee uur gedaan, pfff, dat was minder.


Maar, al met al een geweldige ervaring. We hebben Mount Fuji beklommen!